Wij hebben gemeend te moeten reageren op de uitspraak van de Raad van State inzake het stikstofprobleem. Dit hebben we gedaan door onderstaande brief te sturen naar de Cobouw, deze is geplaatst op hun website.
De uitspraak van de Raad van State inzake het Programma Aanpak Stikstof van mei jl. heeft het vertrouwen in diverse economische sectoren geschaad. In de bouwsector wordt in 2020 een verlies van 4 miljard euro omzet verwacht.
Er staan in de woningbouw 27.000 banen op de tocht. Bouwbedrijven worden na jaren weer gebeld door uitzendbureaus. De boeren zijn inmiddels massaal twee keer naar Den Haag getogen om te protesteren tegen het stikstofbeleid. De gevolgen van het arrest op vervoer, industrie en luchtvaart zijn naar verwachting ook groot.
De bouwsector wordt zwaar getroffen door het stikstofarrest omdat al vele bouwprojecten zijn stopgezet en vergunningsprocessen zijn geparkeerd. Dit terwijl de impact van de bouwsector op die stikstofuitstoot een fractie is van de landbouw, het buitenland en het vervoer. De bouw is een aantal jaren geleden keihard getroffen door een zware crisis. De sector ontwikkelt zich sinds kort weer positief, maar dit arrest maakt de toekomst voor deze sector wederom onzeker, en dat in een tijd dat woningbouw van groot belang is en blijft.
Oplossingen
Maar het debat over de gevolgen van het arrest verdient meer focus op oplossingen. De discussies gaan tot nu toe met name om het blokkeren van de gevolgen van dit besluit. Nederland stoot echter al jarenlang veel te veel stikstof uit en het is een maatschappelijke opgave om dit te veranderen en de bouwsector dient daarin mee te gaan.
Kijken we naar de factor tijd dan speelt het probleem van stikstofuitstoot al decennia. Door het besluit van de Raad van State is er geen ruimte en dus ook geen tijd om aan oplossingen te werken. Dit is niet verantwoord: een overheid die jarenlang een probleem niet effectief heeft bestuurd, zorgt nu voor een blokkade die leidt tot banenverlies en het stopzetten van maatschappelijk belangrijke bouwprojecten. Het vinden en werken aan oplossingen vraagt gewoon tijd. Het op korte termijn op slot zetten van vergunningen is een verkeerde reflex. Van de overheid mag verwacht worden dat zij deze impasse doorbreekt en ruimte biedt om duurzame oplossingen te vinden. De rijksoverheid is aan zet, want het heeft weinig zin om aan iedere provincie of gemeente te vragen het wiel uit te vinden. Het stoppen van vergunningen heeft, evenals het roepen dat de helft van de veestapel weg moet, tot gevolg dat betrokken ondernemers de hakken in het zand gaan zetten. In geval van de boeren heeft dat geleid tot massale demonstraties in Den Haag. Deze patstelling leidt niet tot het gewenste resultaat, namelijk een verlaging van de stikstofdepositie in Nederland. Gezien de vlotheid waarmee de maximumsnelheid van sommige wegen van 130 naar 120 kilometer per uur kon (waarom geen 100?), verwachten wij dat de overheid ook in deze met snelheid kan handelen.
Buitenland
Een ander aspect is schaal: zo’n 30 procent van de stikstof komt uit het buitenland en een deel van onze uitstoot valt ook neer in het buitenland. Een duurzaam beleid in dezen kijkt daarom ook over de grenzen van Nederland heen. De Europese Unie heeft hier een belangrijke rol, ook omdat naast Nederland o.a. Noord-Italië een te hoge stikstofuitstoot heeft. Wij roepen op om het probleem, en de mogelijke oplossingen, niet alleen vanuit Nederland te bezien, maar vanuit een Europees perspectief. De commissie Remkes moet zich niet blindstaren op de postzegel Nederland, maar de stikstofproblematiek vanuit een Europese schaal bezien.
Een derde is integraliteit: de bouwsector wordt dan weer geroepen om circulair te worden, dan weer om CO2-neutraal te worden en nu spelen stikstof en PFAS op. Gaan we nu voor elk van deze thema’s afzonderlijk beleid formuleren, congressen organiseren, normeringen opstellen e.d.? Waarom praten we niet gewoon over de uitdaging om te verduurzamen? Het gaat er uiteindelijk om dat sectoren als de bouw maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen, dus ook inzake stikstof, maar een ander belang is woningbouw voor een groeiende bevolking en het zekerstellen van werkgelegenheid. De bouwsector wordt om de zoveel jaar getrakteerd op een nieuwe hype en de overheden bewegen steevast makkelijk mee met deze trends, maar de concretisering van al die trends naar de bouwplaats is doorgaans een stuk lastiger. Kijken we bijvoorbeeld naar de landbouw dan zien we dat Kringlooplandbouw nu de voedingsbodem is voor vele nieuwe congressen. Ons advies is om de oplossingen voor de landbouw voor het stikstofprobleem te integreren in het kringlooplandbouwbeleid. De schotten tussen alle aparte beleidsstukken en adviesrapporten moeten weg.
Symbiose
Op termijn zien wij de natuur niet als een bedreiging, maar als een kans. Er zijn planten die CO2 binden en die via symbiose met bacteriën stikstof kunnen vastleggen. De bekendste ‘stikstofixers’ zijn de vlinderbloemigen als klavers, gele brem en onze enige hardhoutsoort onder de bomen: de Robinia. In de toekomst verwachten wij dat er per project en/ of organisatie zowel de CO2-uitstoot als de stikstofuitstoot berekend kan worden en hoe ze uitstoot kunnen vermijden, verkleinen, compenseren, en kunnen meenemen in de vergunningprocedure. In Nederland zou je braakliggende terreinen, verpauperde industrieterreinen en andere plekken kunnen aanwijzen om compensatie te realiseren via onze oudste vriend, die zo vaak neergezet wordt als onze grootste vijand, de natuur. Wellicht dat zo’n symbiose tussen bouw en natuur de basis vormt voor de lange termijn oplossing. Wij pleiten daarom ook voor goed rentmeesterschap.
Wim Prins, directeur Prins Bouw en Geert Jan Prins, oprichter Will2Sustain