Aartje Prins pakt nog snel een kop thee en neemt dan plaats naast Wim. Hond Guus, een oude lobbes, gaat met een voldane zucht liggen bij de voeten van het echtpaar. ‘Vind je het niet gek om ons te interviewen?’, checkt Wim nog even bij mij, zijn dochter Willemijn. Na een geruststelling van mijn kant, beginnen we. In de familie is de scheiding tussen zakelijk en privé immers vervaagd. En praten over Prins Bouw doen we maar wat graag!
Wim, de vierde generatie die het bedrijf voortzet, blikt terug: ‘Toen ik enkele jaren bij Prins Bouw werkte, vroeg pa of ik ‘’de zaak’’ wilde overnemen. Deze vraag kwam eerder dan ik verwachtte. Maar ik hoefde er niet lang over na te denken. Verder bouwen aan het familiebedrijf zag ik wel zitten. Aartje stond helemaal achter deze beslissing.’
Aartje: ‘Bouwkunde had altijd al Wims interesse. Alleen voor dit vak haalde hij goede cijfers tijdens zijn studie.’ Het echtpaar grinnikt even. Wim licht toe: ‘Ik was niet zoveel op school te vinden. Ik kan niet goed tegen autoriteit en ik ben nogal eigenwijs. Voor mijzelf beginnen was eigenlijk de beste optie.’ Aartje knikt en vult aan: ‘Wim is positief, heeft lef en ziet altijd kansen. Toen hij nog geen ondernemer was, zat hij al vol businessideeën. Hij spitte de Gouden Gids door, bekeek het aanbod en zocht zo naar een gat in de markt. Later tekende hij in het weekend zijn plannen uit voor nieuwe woonwijken of andere ontwikkelingen. Ik vind hem een geboren ondernemer.’
De lat lag hoog
Hoe zag het overnameproces in 2000 eruit? Wim: ‘In een jaar stoomde pa mij klaar voor de overname. We deelden een kantoor en ik keek veel met hem mee. Daarnaast deed ik verschillende studies. Toen het bijna zover was, zag ik er tegenop. De lat lag hoog, ik vond pa erg goed in zijn werk. Ook twijfelde ik of medewerkers wel bij Prins Bouw wilden blijven werken met mij als eigenaar. Ik was bang dat ze mij niet serieus of goed genoeg vonden.’ Aartje glimlacht en zegt: ‘Maar alle Prins Bouwers bleven! Dat gaf veel vertrouwen.’
‘Daarna vond ik snel mijn weg in het ondernemerschap. Ik ontwikkelde mijn eigen leiderschapsstijl. Bij Prins Bouw werken vakmensen. Ik vertrouw ze, geef ze verantwoordelijkheden en vrijheid. Controlesystemen heb ik niet, daar geloof ik niet in. Eigenlijk is mijn leiderschapsstijl tot op de dag van vandaag hetzelfde gebleven’, deelt Wim.
Prins Bouw is van ons samen
Wat hebben de derde en vierde generatie Prins gemeen in het ondernemerschap? Aartje: ‘Mijn schoonouders legden een stevige basis qua betrokkenheid in het bedrijf. Daar hadden wij veel geluk mee, want dit is zo belangrijk! We namen tradities over. Zo ga ik op kraamvisite als er gezinsuitbreiding is bij een Prins Bouwer, net zoals ma dat altijd deed. Het gezin achter de medewerker is belangrijk.’
Wim: ‘Ik vind het mooi dat Aartje dit doet! Ze werkte ook lange tijd bij Prins Bouw en is nu geregeld achter de schermen actief. Aartje is attent en ze maakt graag een praatje met iedereen. Onze samenwerking vind ik fijn. Ze weet goed wat er speelt in het bedrijf.’ Aartje: ‘Dat vind ik ook belangrijk.’ Als echtpaar moet je een team zijn om een familiebedrijf te kunnen runnen. Prins Bouw is van ons samen.’
Uitdagingen en ongeduld
De afgelopen 24 jaar was niet altijd makkelijk. Wim: ‘De economische crisis rond 2007 was heftig. De bouwsector slonk enorm. Bij Prins Bouw verliep het ook moeizaam, maar we kwamen er doorheen met het hele team.’ Aartje: ‘Ik weet nog goed dat de Prins Bouwers ons bedankten tijdens een kerstbijeenkomst. We kregen een grote bos bloemen en lieve woorden. Toen kreeg ik een brok in mijn keel.’
Wim: ‘Het is ook lastig wanneer je afhankelijk bent van anderen in ontwikkelingen, denk aan gemeenten en provincies. Vaak zorgt dat voor vertragingen, terwijl je wil doorbouwen.’ Aartje vult aan: ‘We ervaren vaak dat ons geduld op de proef wordt gesteld. Dat is lastig voor ons, want we zijn beiden behoorlijk ongeduldig aangelegd.’
Naast elkaar
‘Ook in ons gezin speelt het familiebedrijf een grote rol. Maar ik dacht nooit dat beide kinderen, Gerrit Jan en Willemijn, in de zaak zouden gaan werken’, zegt Aartje. Wim glimlacht en deelt: ‘Ik had al wel zo’n gevoel dat ze de stap gingen zetten. Het is fijn dat de vijfde generatie meewerkt aan de toekomst van het bedrijf. De zaak verkopen kwam nooit in ons op. Het is een mooi bedrijf en je hebt een zorgplicht als werkgever. We zijn dankbaar dat Prins Bouw in de familie blijft.’
Verandert er veel in het gezin nu de kinderen meewerken? ‘Nauwelijks eigenlijk’, zeggen beiden in koor. ‘Maar als ik terugblik, veranderde ons leven enorm de laatste 24 jaar.’ Aartje pinkt een traan weg en zegt zachtjes: ‘De tijd glipte ons door de vingers. Je bent druk met het familiebedrijf, de onderneming groeit en voordat je het weet zijn je kinderen volwassen. Als we met ons gezin op pad gaan, rijdt een van de kinderen in de auto en zitten wij ernaast. Zo is het ook in het samenwerken, we staan naast elkaar. Samen bouwen we door.’